We gaan teksten van Etty Hillesum lezen en bespreken. De bijeenkomsten zijn op 3 en 17 juni, 15 en 29 juli en 19 augustus om 20.00 uur in de receptie van de pastorie van de Martinuskerk in Voorburg. Opgave kan via mail bij diaken Tolsma.

Etty Hillesum (1914-1943) begint op 8 maart 1941 met het schrijven van een dagboek. Zij zet zichzelf neer als een intelligente, erotisch gerichte en vooral zoekende vrouw. Zij schrijft over haar eigen persoonlijkheid, haar stemmingen, haar schrijverschap en haar vrouwelijkheid. Etty heeft een joodse achtergrond en ontdekt het Nieuwe Testament. Zij vindt rust, vindt God en een nieuwe weg in haar leven. “Binnen in me zit een diepe put. En daarin zit God. Soms kan ik erbij.” Zij groeit in zekerheid en aanvaarding.

Etty bezoekt een aantal keren Westerbork. “Laat mij het denkend hart van deze barak mogen zijn.” Het dagboek eindigt op 13 oktober 1942. “Men zou een pleister op vele wonden willen zijn.” Eind juni 1943 gaat zij definitief naar Westerbork. Daarna schrijft zij brieven aan haar vrienden. Op 7 september 1943 is ze naar Auschwitz vervoerd, waar ze na hooguit enkele maanden is omgekomen.